Het hyperventilatiespook
Als je gezondheid, je eigen tijd en ruimte, genoodzaakt prioriteit nummer één wordt ...
Mijn vroegste herinnering aan een paniekaanval… speelt zich af als studente in het labo. Plots ging het licht uit en werd ik overvallen door een enorme dreiging. Mijn ademhaling werd hevig, mijn hoofd licht, en ik kon maar één ding denken: ik wil hier weg.
Je kunt dat gevoel van paniek het best omschrijven als het gevoel dat je hebt wanneer je als kleuter plots je ouders niet meer ziet. Je hartslag stijgt, je hele lichaam spant zich op en maakt zich klaar om aan te vallen of weg te lopen. Je organen en hersenen worden op stand-by gezet, waardoor alles een beetje wazig wordt.
Rond mijn dertigste begon die paniek zich pas echt te ontwikkelen. Ik had geen benul van wat mij overkwam. Ik vond er de woorden niet voor, dus repte ik er tegen niemand over. Zo kweekte ik op den duur een zelf-anticiperende angst. Zodra ik begon te vrezen dat er een paniekaanval aankwam, brak de hel los. Als ik bang was dat ik bang zou worden, dan werd ik ook doodsbang.
Onder andere door de vele angsten en de bijhorende vermoeidheid gleed ik in een burn-out. Gedurende mijn burn-out, rond mijn veertigste, vocht ik bijna dagelijks tegen mijn angsten. Tijdens het winkelen, op de trein, bij de kapper, bij de tandarts, in de bioscoop of het theater, als ik met mensen praatte: de angstgevoelens konden elk moment de kop opsteken.
In het begin waren mijn paniekaanvallen altijd erg algemeen. De angst kon zich op elk moment manifesteren, zonder specifieke aanleiding. Maar sinds ik eens een aanval kreeg in de trein, heeft die angst zich vastgekoppeld aan afgesloten ruimtes: treinen, vliegtuigen, tunnels, boten, liften, car wash, enzovoort. Het gaat om controle.
Uiteindelijk was ik, op aanraden van een hartspecialist, bij hartcoherentie terechtgekomen. Al snel voelde ik een verschil in intensiteit van mijn klachten. Samen met een psycholoog ben ik in die periode op zoek gegaan naar het waarom van mijn angsten. In een eerste theoretische sessie maakte hij me duidelijk wat er precies in mijn lichaam gebeurde. Hij benoemde de hormonen, de adrenaline, de neurotransmitters die vrijkomen. En hij schetste hoe een lijf daarop reageert.
Hij leerde me een andere manier om met mijn paniekaanvallen om te gaan: ik moest proberen rustig te blijven, mijn ademhaling te beheersen en mijn gedachten te controleren. Hij maakte mij bewust van mijn perfectionisme en wees mij op het te snelle ritme van leven.
De hartcoherentietechniek in combinatie met gedragstherapie hadden mij nieuw leven ingeblazen. Gelukkig bleef ik er met mijn hoofd altijd bij. Er zijn mensen die compleet wegzinken in een depressie.
Had ik op mijn twintigste maar al die kennis gehad, dan zou het allemaal iets comfortabeler zijn gelopen. Nu is het mijn missie om andere mensen te informeren over dit onzichtbare spook.